Voorwaarden
Er zijn 4 voorwaarden of sluiscriteria om als project* te kunnen deelnemen.
1. Het project dient vakoverschrijdend te zijn. Meerdere vakken (minstens twee) dienen aan de uitwerking van het project mee te werken vanuit hun vakspecifieke invalshoek en/of de (transversale/vakoverschrijdende) eindtermen. Projecten die geen of nauwelijks een link leggen met het curriculum of de eindtermen worden geweerd.
2. Het project dient interlevensbeschouwelijke competenties én competenties burgerschap actief en objectiveerbaar na te streven. Zolang de invoering van betreffende eindtermen in 2de en 3de graad op zich laat wachten, kunnen daarvoor ook de VOET – contexten rond de samenleving 4, 5, 6, 7 – gebruikt worden.
3. Het project dient gericht te zijn op het leren beoordelen van de politieke keuzes voor het oplossen van glokale problemen** die zich situeren op de breuklijnen die de samenleving verdelen:
- breuklijn “open versus gesloten samenleving” – thema’s: diversiteit, racisme, (crisis van de) democratie, migratie, …
- breuklijn “gelijkheid versus ongelijkheid” – thema’s: armoede, (onder)ontwikkeling, huisvesting, sociale bescherming, excessieve rijkdom …
- breuklijn “groene markteconomie versus rechtvaardige transitie” – thema’s: de diverse ecologische problemen
4. Het project dient door de leerlingen mee georganiseerd te zijn.
* Onder project verstaan we een vakoverschrijdend leerproces rond een sociaal relevant thema waaraan één of meerdere acties of doe-activiteiten zijn gekoppeld. Voor materialen en inspiratie verwijzen we naar Kleur Bekennen en het WELT Center.
** Een glokaal probleem: een probleem dat zich lokaal voordoet en ook een mondiale dimensie heeft. Zo kan men werken rond de problematiek van een gezin vluchtelingen uit de buurt en daarbij ingaan op zowel het nationale/Europese asielbeleid als de mondiale oorzaken van migratie.